Zeventig jaar hebben ze daar gelegen, in de zogenaamde ‘Mexicaanse valies’, drie dozen rolfilmpjes met 4300 negatieven van fotografen Robert Capa, Gerda Taro en David Seymour, gemaakt tijdens de Spaanse burgeroorlog, foto’s die verloren werden gewaand maar enkele jaren geleden opdoken in Mexico City.
Dit negatief is gemaakt in maart 1939 in een Spaans vluchtelingenkamp, camp Bram, Frankrijk, door Robert Capa.
De troosteloze rij bij de voedselbedeling.
Kijk naar het standpunt van de fotograaf: hij zette zich niet in het verlengde van de rij of de prikkeldraad, maar daar net tussenin zodat je als toeschouwer nog even buiten het eigenlijke onderwerp blijft en je de tijd krijgt om je in te leven.
Europa aan de vooravond van een niets ontziende wereldoorlog waarvan het voorspel in Spanje werd uitgevochten, met een lang nazinderend vijfde bedrijf na die oorlog; in onze hedendaagse ogen bijna onbegrijpelijk dat er in dat naburige vakantieland een dictatuur tot in de jaren zeventig van de vorige eeuw bleef bestaan.
Verwoeste typemachine na het bombardement in Gijon, Baskenland, januari 1937, foto van David Seymour.
Het is een van de wonderlijke foto’ s uit de 126 rolletjes van Capa, gekend als een van de stichters van het Magnum-foto-agentschap, van Taro, zijn professionele partner en gezellin die in 1937 omkwam aan het front ten westen van Madrid, en vooral van Seymour gekend als ‘Chim’, een ander stichtend lid van het Magnum-agentschap, van wie ook de foto hieronder is, flessen en glazen op een tafel in Baskenland, 1937.
Chim was niet dadelijk de man van het slagveld, maar hij documenteerde de binnenkant van het alledaagse Spaanse leven in de schaduw van de burgeroorlog.
De teruggevonden foto’ s geven een minder bekende kant weer van deze meester-fotograaf.
Zijn kijk op de oorlog, de wisselwerking tussen wat ongewone situaties met het dagelijkse leven aanrichten.
Tenslotte zijn de drie fotografen, Capa, Taro en Chim, in de korte tijd van hun samenwerking, de grondleggers geworden van de hedendaagse oorlogsfotografie.
Kijk naar het portret van deze Asturische soldaat gemaakt in januari 1937 door David Seymour.
Ik denk onmiddellijk aan ‘For Whom the Bell Tolls’, van Ernest Hemingway (1940)waarin het hoofdpersonage Jordan zegt:
“Er is niets anders dan nu.
Er is zeker geen gisteren en ook geen morgen.
Misschien zelfs geen straks meer.
Alleen nu bestaat.
Nu en nu en alleen maar nu.
Geen ander nu dan nu.”
En dat zo’n ‘nu’ geen literaire uitspraak was bewijst de foto van Gerda Taro in mei 1937 waar de slachtoffers van een bombardement in het lijkenhuis van Valencia verzameld worden.
Hun werk, wonderlijk bewaard in ‘de Mexicaanse valies’ biedt ons niet alleen een nieuwe inkijk in de tragiek van deze burgeroorlog, maar het is natuurlijk ook waardevol studiemateriaal waarin je het samengaan van techniek en empathie met de onderwerpen leert ontdekken.
En hoe de negatieven van Parijs in Mexico city zijn beland?
‘ Even now that the images have been brought to light, the story of how they wended their way from Capa’s Paris studio to Mexico has not become any clearer. From what Mr. Whelan, the biographer (who died in 2007), and other experts have pieced together, Capa apparently asked his darkroom manager to save his negatives in 1939, after Capa fled from Paris to New York.
The boxes probably made their way to Marseille and at some point ended up with Gen. Francisco Aguilar Gonzalez, a Mexican diplomat stationed in the late 1930s in Marseille, where the Mexican government was helping antifascist refugees from Spain emigrate to Mexico.
‘The negatives also made the trip to Mexico, where after the general’s death they came into the possession of a filmmaker in Mexico City, Benjamin Tarver, whose aunt was a close friend of the general. In the 1990s, Mr. Tarver made the existence of the negatives known, and in 2007, after fitful negotiations, he agreed to give them to the International Center of Photography, which was founded by Capa’s brother, Cornell Capa.’ (NY Times van vandaag)
Uit hun slaap ontwaakt, voor wie de klok eeuwig blijft luiden.