Dit is een fragment uit “Triangel, documenten bij een afscheid, een roman”.
Je kunt het ganse boek weldra lezen via dit blog, titel bovenaan.
38. Woorden
Elk woord kun je oppompen.
Het krijgt dan een dikke buik zoals een aanstaande moeder. Is zijn tijd daar, komen er wel honderd kleine woordjes uit dat ene woord.
Ze zijn nog bloot en ze huilen omdat ze nog niets betekenen.Tot ze iemand vinden die hen verzint. Ze spurten om ter eerst naar een verhaaltje.
Het woordje ‘er’ van er was eens, wint meestal. Maar ook het woordje ‘toen’ -‘toen de winter voor de deur stond.’- heeft snelle voetjes.
Ik hou ook wel van trage woorden zoals ‘gelukkig’ waarmee verhaaltjes eindigen: ‘ze leefden nog lang en gelukkig’.
Woorden die een geheim verbergen of heel traag open bloeien vind ik het mooist.’Piramide’ of ‘verduizendvoudigen’ bijvoorbeeld.
Woorden met belletjes om hun enkels zoals ‘tierlantijntjes’ gebruik ik als ik droevig ben.
Nu ik vandaag naar buiten kijk, vind ik ‘morgenkrieken’ prachtig.
Het licht gekookt in rijstpapier, saffraan erbij, snuifje vanille, 24 krieken en enkele oranjesnippers. Het recept voor een vroege wintermorgen.
Warm in woorden bewaren
.Elias, engel zonder nepvleugels in hospitaalbed