dyn009_original_512_479_jpeg_20344_b7201d4b41b7c4069c1b39d28579bb5e

Anne Louise Swinnerton, de schilderes van deze omringende beelden leefde van 1844 tot 1933, en voor één keer nemen we haar leven niet als uitgangspunt maar zijn de data een duidelijke omlijning van de 19de eeuw die in het naderende geweld van de naz’s in 1933 definitief zal verbranden.

dyn009_original_279_600_jpeg_20344_8f5d70d7721974af7048b7a6860ee34b

Waarom dat onderzoek naar de emotionele attitudes in de 19de eeuw?
Beter dan argumenten citeer ik een tekst van E.P. Hood, in zijn werk Ideas and Beliefs of the Victorians:

‘One thing is certain; as a nation, as a people we are unhappy’
p20 o.c.

Dat ik voor dit unhappy gevoel beelden heb genomen van vrouwelijke schilders uit die tijd en uit dat land, dat ‘Imperium’ heeft zeker te maken met de scherpte en intuïtie waarmee vrouwen een “Zeitgeist’ weten uit te drukken.

Nog maar eens een “herstellende” dus en aan de andere kant “de briefleester”, en beiden drukken zeker fundamenten uit van die vreemde eeuw waarin in weinig tijd de Europese mens van feodaliteit naar de moderne tijd verhuisde.

Het ene beeld is duidelijk: we herstellen voortdurend van het mal du siècle, en dat de (militaire en koloniale) afwezigen uit diverse landen van het grote Rijk hun contacten met brieven verzorgen, mag net zo duidelijk zijn.

Maar het citaat is uiteraard geen argument.
Ik denk dat de toenmalige snelle verschuivingen in het menselijke landschap als in het fysische landschap een oorzakelijkheid en een vergelijking vinden in opstellen over onze tijd die net zo goed met de uitspraak: ‘…we are unhappy’ kunnen beginnen.

dyn009_original_459_512_jpeg_20344_c65968214f4648983be80aa0cb7f60a9

Vanzelfsprekend is dit gevoel van unhappiness’ zeker niet.
Dat blijkt uit de beelden hierbij: de hoop die als een kind, als een ‘waterbaby’ oprijst, en de verwondering zijn net zo goed aanwezig als het vreemde angstige gevoel.

dyn009_original_475_409_jpeg_20344_030384a0f1e1d7e67949d543b574b51a

De zaken gingen immers goed: economisch beleefde Europa ongekende hoogtepunten, ook de wetenschappen stonden niet stil, en de democratie groeide in hetzelfde tempo, en omgekeerd evenredig het verval van het Christianisme.

Toch noemt een leidend essayist als Carlyle ‘the practical condition of man in these days one of the saddest’
(Essays, 3, “Characteristics, p.81)

Of het gaat nooit zo slecht dan in tijden dat het goed gaat.

Daarbij moet je al goed zoeken om dat pessimisme in geschriften terug te vinden terwijl de loftrompet over de vooruitgang overal zijn literaire en essyaïstische sporen heeft achtergelaten.
(klagen was “weak” en “unmanly”, vandaar.)

Toch zegt Walter E. Houghton in zijn standaardwerk “The Victorian frame of mind 1830-1870:

‘We are still unaware of the degree to which the Victorian consciousness- and especially the subconsciousness- was haunted by fear and worry, by guilt and frustration and loniless’

(p54)

Het wordt een lange reis, en zoals je vermoedt zullen we niet ver van “ons” bed uitkomen.