
Nog even wil ik in het maanlicht baden.
Dit schilderij, “de melkweg” maakt een synthese van Stevens werk.
Hij brengt de nachtelijke natuur samen met de vrouw.
Dat was niet zo vanzelfsprekend als het nu lijkt.
Vrouwen dienden in de schilderkunst als exponent van het mannelijk verlangen, als symbool van de schoonheid of werden als bijbelse of mythologische figuren verbeeld.
Dit is een negentiende-eeuwse vrouw die vanuit een hotelkamer over de nachtelijke zee kijkt.
Het maanlicht is tot in de fluwelen gordijnen aanwezig.
Het werk ontsnapt aan de impressionistische invloeden die toen opgeld maakten.
Een vrouw met emoties is het: ze brengt een vinger aan de mond bij het zien van zoveel schoonheid. Haar zwarte jurk sluit aan bij de donkere kleuren maar verhoogt de intimiteit.
Als man zou je kunnen denken dat ze iemand verwacht, de thuiskomst van een geliefde die lange tijd op zee is geweest, maar het schilderij plaatst de hoofdfiguur in relatie met de oneindigheid van de melkweg. Twee mysteries komen samen.
Stevens schilderde vrouwen in hun dagelijkse bezigheid.
Het waren vrouwen van de gegoede midden- en upperklas, maar hij bekijkt hun intimiteit niet vanuit de beschouwende mannenogen maar schept vanuit de vrouw een band met de meestal kleine omgeving: de kamer, een dagelijkse ruimte.
Er is maar één naakt van hem bekend, een vrouw in een badkuip, hoofd en schouders boven water. “Le Bain” (1867)

Zelfstandige vrouwen waren het waaraan hij in Parijs schilderlessen gaf. Zelfs Sarah Bernhardt was een van zijn leerlingen.
Nu laat ik je met deze mooie vrouw naar buiten kijken.
Baden in het maanlicht . Daarna water-badend gedichten lezen, rozen in de rechterhand. De blik naar binnen gekeerd. De oneindigheid van het voorbije, of het nooit komende.