Beste Antikwaar,
In beelden dialogeren lijkt mij uitstekend geschikt voor een man die de wereld rondreisde met de zoektocht naar beelden als hoofdbezigheid.
Dus kwam ik vlug terecht bij dezelfde Catherine Mckay in twee mooi werken, haar Urban Verticals en een pier nummer 82 in San Francisco.
De cliché’s die bij The Enchanted Garden zouden horen en het gedoe rond de voorliefde voor ‘pieren’ wil ik absoluut niet ter sprake brengen want ze zijn in hetzelfde bedje ziek: de drang naar het paradijs, de ware betoverde tuin en diezelfde drang in een andere vorm om telkens weer naar het beloofde land te kunnen vertrekken en nooit aan te komen.
Bij mijn cliënten (klinkt beleefder dan patiënten) herken ik die drang dadelijk, net zo goed als ik hem bij mezelf kan duiden.
Het is een oude erfenis nog eens bezwaard door de overigens stylistisch knappe Rousseau en tot op de dag van vandaag geldend als we het over schuld en vooral over onschuld willen hebben.
Het paradijs is immers tussen de urban verticals te zoeken en aanwezig in de versleten gehavende pieren waar we onze armzalige bagage kunnen stouwen.
Moeilijk te bevatten dat er eens, in misschien korte tijdspanne, mensen zullen terugkijken naar de 21ste eeuwse urban culture met een zeker heimwee dat ons heimwee naar de Roussiaanse landschappen overlapt.
Landschappen uit voorbije tijden krijgen een glans die ze vaak niet verdienen.
De romantische Dickens prenten vergeten vaak de stank en het oorverdovend lawaai uit de 19de eeuwse stad mee te nemen.
Onze achter-achterkleinkinderen zullen het vertederend hebben over de poging tot stedelijke cultuur uit de 20ste en 21ste eeuw, met het lacherige en hoofdschuddende erbij van de gruwelijke ontploffingsmotoren waarmee wij voor lange tijd hun dromen in de weg hebben gestaan.