Zijn we intussentijd één stapje dichterbij de opheldering tussen echt en onecht gekomen?
Dat zijn we niet.
Was het de bedoeling om de lijnen te markeren?
Dat was het niet.
Was het geen mooi afscheid, die laatste foto met de mogelijkheid tot terugkeer?
Dat was het.
Maar lieve reisgezel, uw correspondent is geen held, noch minder een filosoof of geleerde.
Hij is een reiziger, zoals jij.
Bij elke kromming van de weg denkt hij het wonder te ontwaren en u zult moeten toegeven dat ons vaak eerder de hel dan het paradijs overkomt.
Zullen we ons beperken tot het beeld in de grot van Plato?
Wij zien de schimmen, de weerspiegeling op de wanden en wij denken de werkelijkheid te zien.
Het is een mooi beeld, maar te idealistisch, te vrijblijvend.
We hebben onze jeugdjaren te veel met dergelijke utopieën moeten vullen.
Kijken we dan in de nacht?
Dat doen we.
Zijn we daarom droevig of terneergeslagen?
Waarom zouden we?
We kijken en bij gebrek aan beelden proberen we ons op de kopieën te oriënteren.
Dat is al een troost, en een getrooste reiziger voelt niet zo vlug de blaren of de ontmoediging.
Wij moeten de verschillende verhalen blijven vertellen uit angst dat ‘ één en waar’ verhaal ons wordt opgelegd.
Dergelijke verhalen hebben ons al veel pijn gedaan.
Heb dus maar een gezond wantrouwen bij woorden als heilige grond, heilige schrifturen en andere heilige dingen waarvoor mensen hun medemensen uitmoorden of zichzelf opblazen
Ik stuur je dus nog één fotootje mee van Bernard Faucon.
“Les petits bateaux”.
Elk bootje is een verhaal, een geschiedenis.
In de stilte van de nacht zwijg ik ons leven verder open.