Voorlopig zijn de woorden op.
De donkere dagen gaan aan en vlug weer uit.
Er hangt nog een letter aan het laatste groen.
Een vraagteken in de noorderwind.
Hyena’s lachen luid.
Voorlopig zijn de woorden op.
De donkere dagen gaan aan en vlug weer uit.
Er hangt nog een letter aan het laatste groen.
Een vraagteken in de noorderwind.
Hyena’s lachen luid.
KWADE DAGEN
Ga niet naar anderen als dàt leed u slaat
dat de mens kromt, of als een wig hem splijt;
ga niet naar anderen: raak uw kracht niet kwijt,
die harde kern waarmee ge het bestaat.
En houd uw huis in stand, gelijk altijd.
Ga niet naar anderen: hun blik verraadt
weigering te beseffen wat er is.
Straks woelt hun onrust om in uw gemis.
Mijd hun bedisselen, hun ergernis
dat ge u blijkbaar niet gezeggen laat.
Zoek het bij een goed vriend, u toegewijd,
— een die u niets verwijt, niets vraagt,
niets raadt, maar u verdraagt met uw beschreid gelaat.
Die, zelf zwijgzaam, u kent voor wie gij zijt,
en merkt dat het, nog bevend, beter op gaat..
Ida Gerhardt
Je hebt me alleen gelaten… (Hans Lodeizen)
je hebt me alleen gelaten
maar ik heb het je allang vergeven
want ik weet dat je nog ergens bent
vannacht nog, toen ik door de stad
dwaalde, zag ik je silhouet in het glas
van een badkamer
en gisteren hoorde ik je in het bos lachen
zie je, ik weet dat je er nog bent
laatst reed je me voorbij met vier
andere mensen in een oude auto
en ofschoon jij de enige was die
niet omkeek, wist ik toch dat jij
de enige was die mij herkende de enige die
zonder mij niet kan leven
en ik heb geglimlacht
ik was zeker dat je me niet verlaten zou
morgen misschien zul je terugkomen
of anders overmorgen of wie weet wel nooit
maar je kunt me niet verlaten