Waarde reisgenoot,
Een meerderheid of minderheid heeft niets met aantallen te maken.
Nog een lievelingsfilosoof, Gilles Deleuze, zegt het heel treffend:
“Les minorités et les majorités ne se distinguent pas par le nombre.
Une minorité peut être plus nombreuse qu’une majorité.
Ce qui définit la majorité, c’est un modèle auquel il faut être conforme : par exemple l’Européen moyen adulte mâle habitant des villes… Tandis qu’une minorité n’a pas de modèle, c’est un devenir, un processus.”
(entretien avec Toni Negri, 1990)
Een majorité is NIEMAND, een minderheid is altijd in staat van wording, is volop toekomst, is IEMAND.
Wij zijn allen minderheden.
Natuurlijk proberen minderheden een meerderheid te worden: politieke macht, vestiging, overleven.
Daardoor erkennen veel mensen die staat van minderheid te zijn niet meer, eens ze zich voor een bepaald model of patroon hebben geëngageerd.
Minderheden en meerderheden kunnen best samenleven, maar het zal steeds vanuit de minderheid zijn dat een maatschappij nieuwe impulsen krijgt, dat onbekende wegen worden verkend.
Een meerderheid schept alleen maar reglementen, bevestigt een status quo.
Het modewoord “normvervaging” heeft daardoor ook geen enkele betekenis tenzij een erg positieve.
Want over welke “normen” zou het dan wel moeten gaan, welke gevaren bestaan er als minderheden telkens weer op zoek (moeten) gaan naar andere wegen.
In een fascistische samenleving vervagen ze nooit.
Wees gelukkig dat ze vervagen als deze vervaging dan maar gedragen wordt door creatieve mensen die vanuit de ervaring en de omgeving op meer menselijke mogelijkheden tot samenleving proberen te maken.
Het fabuleren of zich voor utopische doelen inzetten heeft meestal een negatief effect tenzij deze pogingen geënt zijn om dat te creëerden wat het volk mist. (Bergson)
Het geloof in heksen en hun negatieve invloed op de maatschappij was, gezien vanuit de tijd waarin het optrad, geen absurde verschijning.
Het was gewoon een tekort aan visie, aan inzichten en een teveel aan (pseudo) religieuze fabulaties.
Als kind heb ik de heilige man werkelijk op het dak zien staan, vergezeld van zijn paard.
En als kind was dat voor mij een werkelijkheid.
Maar je kunt die erkenning niet doorvoeren op een maatschappij die enkele stappen verder is en het wondere kan kaderen in diverse wetmatigheden zonder daarom de pretentie te hebben alles te weten.
Toch handelen wij in regressieve tijden telkens weer als het jongetje dat de heilige man op het dak heeft gezien.
Het stimuleren van wetenschappelijk onderzoek en de nodige durf zouden hier ook voor een ware “verlichting” kunnen zorgen.
Ik geloof ook dat de mens werkelijk kan behekst worden als hij/zij daar het nodige geloof voor opbrengt al dan niet geholpen door een al dan niet hardhandig duwtje in de rug.
Een onderbewustzijn is geen papa-mama spelletjes zegt Deleuze terecht, het steunt op stam, verwantschap, aard, het is een genetisch medebepaald fenomeen, een terrein waarop nog heel wat wetenschappelijk onderzoek nodig zal zijn om bepaalde Freudiaanse en andere psychoanalytische fabels uit de hedendaagse psychiatrie te verbannen, ook al kosten zij de stigmatisering van duizenden mensen in dit “moderne” Europa, en het puriteinse Amerika.
Onze overdadige angsten op emotioneel en erotisch vlak, geprojecteerd op Victoriaanse zuiverheidsidealen die op hun beurt weer steunen op Roussiaanse denkbeelden kunnen inderdaad voor allerlei trauma’s zorgen als ze maar genoeg geloof en duwtjes in de rug krijgen vanuit de meerderheid die dit patroon blijft voorhouden.
“Moins les gens prennent la pensée au sérieux, plus ils pensent conformément à ce qu’ un état veut.
En effet quel homme d’ état n’ a pas rêvé de cette toute petite chose impossible, être un penseur.”
(Gilles Deleuze)
De laatste Europese top in Brussel was daar een sprekend voorbeeld van.