Cariani zou zijn inspiratie, zijn kunde vooral bij Bellini hebben gehaald.
Er wordt wat nagebauwd in het wereldje!
Zijn eerste inspiratiebron was de schilder Sebastiano di Piombo (1485-1547), waarschijnlijk in Venetië geboren, ten onrechte door de nabouwgemeenschap een “maniërist” genoemd, maar een man die de geheimzinnige Giorgione kende en via deze meester natuurlijk bij Bellini terechtkwam.
Hier vond Cariani zijn eerste meester.
De naam di Piombo (van het lood) kwam van zijn Vaticaanse functie (hij verhuisde later naar Rome) waar hij instond voor de kwaliteit en het toezicht op de loden zegels die de pauselijke bullen waarmerkten.)
Kijk zelf maar.
Laat je niet afleiden door de smartelijke uitdrukking alleen van de kruisdragende Heiland, maar kijk ook naar de handen, het kleurengebruik, net zoals in het andere beeld, de dochter van Herodias die ietwat angstig (dus stug) haar buit -het hoofd van Johannes de Doper- in ontvangst heeft genomen.
Natuurlijk werden Raphael en Michelangelo bewonderd, en hadden Venetianen niet die correctheid van tekening en perspectief, en ontbrak het hen wel aan het “designo”, het pictoraal vertaalde idee achter het prentje, eigen aan de Florentijnen, toch werden ze gewaardeerd juist om dat “niet correcte”.
Zij immers hadden een “te veel”, een teveel aan aandacht voor kleurrijke stoffen, de naaktheid, de visuele verleiding, kortom alles wat het designo in de weg stond en juist daarom zo menselijk overkwam.
Grote verzamelaars wisten dat ze in Florence of in Rome moesten zijn, maar het open Venetiaanse milieu, de savoir vivre, de onovertroffen landschapskunst (waar veel water is, kent men het best de schoonheid van het land!) trokken vele liefhebbers aan zodat men nu in Frankrijk in tal van provinciale musea Venetiaanse (vaak onbekende) meesters terugvindt.
Immers, toen het neo classicisme opkwam in Frankrijk had men veel aandacht voor de grote stilisten als Raphael, Poussin terwijl de Venetianen naar de provincie mochten verhuizen!
De mooie tentoonstelling: “Splendeur de Venise, 1500-1600” in Bordeaux en Caen bewijst dit en is nog tot 19 maart te bezoeken.
Veronese en Titiaan.
Je zou van minder stil worden.
Laten we dat dus maar doen en naar een portret van Titiaan 1487-1576) kijken.
Als in 1511 di Piombo naar Rome is vertrokken wordt hij de schilder van de republiek.
Veel van zijn werk is in de brand van het Dogenpaleis in 1577 verloren gegaan, maar wat we overhouden, deze mengeling van Giorgione en Bellini is van een uiterste verfijning, van een rijk geschakeerde sensualiteit
Ook dit prachtige mannenportret.
De oplichtende kraag geeft het voorname gezicht een intense en toch ingehouden uitstraling.
Hier staat iemand die nieuwsgierig naar het leven is, die nieuwe dingen wil ontdekken, die de schoonheid in al zijn aspecten kent.
Zijn ene hand houdt de lederen handschoen vast, terwijl de andere brokaat zichtbaar maakt boven het leder.
Maar alle aandacht gaat naar het gezicht, naar de fraaie mond, de sensuele snor, de ogen die je aankijken.
Het is bijna niet-Venetiaans naar vormgeving, maar tot en met Venetiaans als je de uitstraling ziet.
Sensualiteit, het strelen van de zinnen, is een oude kunst die zich in het genot, in de combinatie vooral van verschillende elementen (muziek en schilderkunst) uit.
Wie zinnelijkheid en mysterie niet kan samenbrengen belandt in de bigotterie of de zweverigheid, en wie de verfijning wantrouwt , kan zich in stugheid of gebral verlustigen.
Ik weet het, verfijning is niet in, zeker niet in dit land, maar laten we het dan minstens bij zin voor nuances hebben voor we ons in het carnaval storten.
En van carnaval konden ze in Venetië meespreken, het duurde zo maar eventjes drie maanden, als het al ooit geeïndigd is, dit maar om te zeggen dat de zotheid zijn eigen verfijnde wetten kent waarmee het zich van de hoempapa onderscheidt.
En als afsluiter de eerste strofe van een sonnet van Goethe, Nemesis, waarin duidelijk wordt dat Influenzen ook toen al woedden, al zal er best iets heel anders dan de vogelgriep mee bedoeld zijn.
Wenn durch das Volk die grimme Seuche wütet,
Soll man vorsichtig die Gesellschaft lassen.
Auch hab ich oft mit Zaudern und Verpassen
Vor manchen Influenzen mich gehütet.
U is gewaarschuwd, morgen meer !