het gevaarlijke beeld (4) (484)

487_8006e9388901bfae71b966402efa502e

Kijk ‘s morgens, dadelijk na het verlaten van de slaapsponde even in de spiegel.
Fixeer dit beeld in je gedachten.

Hardlijvigheid is niet leuk.
Je zit op het toilet en de onverlaat wil maar niet komen.
In de badkamer staat een spiegel. Je ziet jezelf zitten.

Het moment van de extase, je weet wel, als twee lichamen zich verenigen zoals dat zo mooi heet.
Kreten en gefluister, geroep en getier, gekreun.
In gedachten roep je dit beeld terug op, nadien, als de lusten gaan liggen zijn.

Ontluisterend?
Waarom?
Het beeld is een zelfbeeld, en het is niet zo’n vreemd moment als de inname van Troje of de val van het Romeinse Rijk, het is een beeld dat we geregeld onder ogen zouden kunnen zien, gesteld dat we ons weerspiegelden.

Dat zou je als BEELDVORMING kunnen laten doorgaan, want al krijg je de kroon op je kop, al ben je de veroveraar van de Nobelprijs, het verlaten van het bed, de kreun op het toilet of de zucht van het orgasme, daarin onderscheiden we ons misschien in toonhoogte en volume, maar de aard van het beestje behoort bij die beeldvorming.

De spiegel?
Er is een nadeel aan dat ding.
Wat rechts is, blijkt links te zijn en omgekeerd.
Een foto dan, een schilderij, een pentekening, een ets of gravure.
Het zou best vermakelijk kunnen zijn, en bij de spreuken van Breughel of de taferelen van Bosch J. zijn nog wel eens te vinden, maar het beeld van de net ontwaakte, zich afscheidende of extatische mens is alleen in een wat wij “dubieuze” beeldvorming noemen aanwezig.

We blijven bij Merisi.
Hier kijkt Maria magdalena en Martha in de spiegel.
Zij, de zondige en Martha, degene die het oor aan de Meester leende terwijl haar zusje zich in de keuken uitsloofde.

Beeldvorming: zondig zijn is best mooi, maar wil je die schoonheid ook in de eeuwigheid beleven dan zul je wijzer moeten worden, enz. enz.

Toch kijken we steeds weer.
Alsof we verwachten dat er plots iemand anders zou staan.
Dat ZELFBEELD, samengesteld uit ouderlijke verwachtingen, ethische nomen en utopische dromen.


het gevaarlijke beeld (3) (483)

469_5dfad8177773b4a408734cedc3602544

Citeren we Susan Sontag, zaliger:

De wereld bezitten in de vorm van plaatjes
is niets anders dan opnieuw ervaren hoe
onwerkelijk en veraf de werkelijkheid is.

We hakken dus meteen het hoofd van de reus af en stellen ons de eeuwige vraag: wat is de werkelijkheid, of met Pilatus, quod est veritas, als we’ t over waarheid hebben.

Toen wij jongens waren moest je in de schoolbibliotheek 1fr. betalen om een stripboek uit te lenen terwijl de boeken met hoofdzakelijk lettertjes gratis waren.
Daar is het dus weer, dat gevaarlijke beeld.

Je foto laten nemen is voor bepaalde volkeren, je ziel stelen, en het staat al in het oud testament: gij zult geen beelden snijden van mensen of dieren. (terwijl we zouden gemaakt zijn naar Gods beeld en gelijkenis!)

Enkele ingangen om tot bij de reus te komen:

-een beeld is de directe weg naar de bezieling.
Een masker of een beeld van de godheid wordt dadelijk de godheid zelf.
Wij wringen de godheid in de beperktheid van een beeld.

-Voor nomadenvolkeren zijn beelden cultusvoorwerpen die aanleiding geven tot verbindingen met de plaats waar je de cultus bent begonnen, of waar belangrijke gebeurtenissen uit de cultus-verhalen hebben plaats gevonden.
De monotheïstische god is een god voor een zwervend volk, voor mensen in de diaspora.
De beeldencultussen zijn sterk regionaal gebonden, de monotheïstische godsdiensten zijn over de wereld uitgewaaierd en het is het symbool van de ene (en ware) die hen boven de regionale beperkingen optilt en tot een uitverkoren groep maakt.

Beelden zijn een directe toegang tot genot.
Zij hebben geen abstracte tekens nodig, noch zinsverbanden of opeenvolgende zinnen.
Zij spreken dadelijk tot de ver-beelding.
Hun suggestieve mogelijkheden werken snel in op grote groepen mensen.
Beelden ontsnappen aan wetten.

We zijn al een stuk dichter bij de beeldenreus.
Het zijn nog maar voorzichtige kringen die we hebben beschreven.
Maar beelden breken vaak de tirannie van de heersende opinie en gevoelens.
Kerk en Staat wantrouwen beelden.
Zij willen hun eigen beelden, hun eigen ééngodendom verbeelden. De publieke opinie. Een gevaarlijk woord!

“Het individu moet beschermd worden tegen de tirannie van de heersende opinie en gevoelens, tegen de neiging van de maatschappij om haar ideeën en haar gebruiken als absolute gedragsregels op te leggen, om iedereen te modelleren naar het eigen beeld. Er moet een limiet zijn aan de bemoeienis van de publieke opinie met de individuele onafhankelijkheid. Men moet een grens stellen tussen het publieke en het private en haar tegen inbreuken beschermen. Het is even onmisbaar, voor een goede stand van zaken, als het verdedigen van de staat tegen despotisme.”

Stuart Mill, On Liberty, 1859

En we sluiten met het gevoel dat we het beeld niet moeten beschuldigen maar onszelf, ons eigen diep geworteld wantrouwen.
Wij hebben een tekort aan eigen, persoonlijke beelden.
Daarom wantrouwen we de beelden van anderen en roepen we vertrouwde beelden op tot een oase van veiligheid en gemoedsrust.
Erger nog: de beelden vervangen vaak het leven.
Het leven zoals het is.
Of “WAS”.

De David in ons merkt dat hij net zo goed een Goliath mag genoemd worden.