De dans van stof.
We zijn in 1900.
Of kon het ook 2000 zijn?
Leeg
zijn huizen niet zo zeer aan tijd gebonden.
Mocht ik een bemiddeld man worden,
ik kocht een huis
om door zijn leegte te kunnen dwalen.
Zelfs geen boek-
-en dat wil al wat zeggen-
mocht er binnen.
Leeg zijn huizen
plaatsen waarin het stof zichtbaar danst.
Je kunt de stilte schilderen
als je ogen de sneeuw van stof beminnen.
Zij, de allerliefste, roept
in het grote huis
‘oh, de maan,’
en jawel op één dag na
is zij gerijpt
tot hemels kazenwiel
dat op zijn tocht dat zilveren licht
uitademt
zoals de doden woorden spreken
of een kind een vraag stelt in het donker.
Ja, de maan
zou hier ook thuis zijn,
haar dunne schaduwen kussen de plankenvloer.
Zoals het stof dwarrelt
zorgt de nachtelijke moeder
voor muziek sans paroles.
Maar beiden hebben leegte nodig-
-geen koppen en kreunen
-geen geloei van pauselijke gunstelingen
-geen hogepriesters
-of mercantiele ratten-
De leegte
waarin god het huis bewoont.
Hier is niemand,
zegt Odysseus als hij de eenoog wil verschalken.
Niemand zijn,
en hier je woonplaats hebben.
Nu nog de woorden
in hun kokette veren steken
Op stok zitten ze bij de kippen,
straks worden ze kakelend wakker
en leggen zij hun eieren in de oostenwind,
maar nu schilder ik de stilte open