
Waarde Zielehoeder,
Uw broeders die van verhalen houden schijnen het niet zo goed te vinden met uw andere broeders die bij chemie zweren.
Nochtans, wat is de mens anders dan chemie?
Een aantal bevlogenen stuiven nu op en roepen dat het een schande is.
Waarom zou de chemische constellatie schandelijk zijn?
De Victorianen creëerden het beeld: in de groeiende burgerlijke maatschappij kwamen zij aandraven met beelden die de zogenaamde zuiverheid combineerden met verlangens.
Dat is een splijtzwam.
Dat is het manna uitgooien in de woestijn en de vingers met ethische messen afhakken als de hongerigen er ook maar één korreltje van willen eten.
Voor dit schilderij poseerde de mooiste jongen.
Hij werd geprezen door de goegemeente, zijn beeld was ook commercieel een waar succes.
Is ons gevoel voor schoonheid chemie?
Ja. En dan?
Jouw voorkeur voor mooie vrouwen en degene van je buurman voor mooie jongens kan best chemisch in elkaar steken, maar wordt de schoonheid er minder om?
Het zou al een hele stap zijn als we de finesses van die chemie puur wetenschappelijk leerden begrijpen.
Wilt U zo vriendelijk zijn mijn moeder er even buiten te laten, of mijn belachelijke voorkeur voor de rondingen in het landschap te verklaren door een tekort aan borstvoeding a.u.b..
Ik hou van het gedurfde werk van Carl Jung, maar ik beef bij elke zin waarin weke woorden als individuatie (het bewust maken van onbewuste gevoelens) en “gelijktijdigheidsrelatie de leegte moeten dekken.
Toch voelen we duidelijk dat de chemie al een stapje verder is gegaan dan de opvattingen die opgeld maakten tijdens de 18-19-en een stuk 20ste eeuw.
Er stromen rivieren samen, maar de weg naar de zee is nog lang.
Ik sta dus in dubio, en geen klein beetje.
De drang naar de uiteindelijke formule (een utopie van de hedendaagse wetenschap) is net zo’n utopie als vrede op aarde en zielenrust voor de dood.
Wat doet een mens in zo’n situatie?
Het klooster is voor ware wijzen, de woestijn voor heiligen, dus blijft alleen de literatuur.
Ik neem je mee naar het mooie werk van de Zweedse auteur Per Olov Enquist, “Blanche en Marie”, naar het Nederlands vertaald (Cora Polet) en uitgegeven door Ambo Amsterdam, 2004.
Ik vertel je het verhaal niet, lees het zelf.
Maar ik laat je een stukje meegaan, de nacht dat Charcot (jaja, die van het Salpêtrière-ziekenhuis in Parijs) bij zijn medium verblijft, kort voor zijn en haar dood.
Beweeg niet, fluisterde ik. Blijf stilliggen. Ik ben niet bang, ik durf je aan te raken, jij bent niet heilig, ik ben niet heilig. En jij bent niet bang.
Ik bewoog mijn hand zacht en licht over zijn borstkas, zijn hals, hij ademde nu rustiger. Ben je nu niet meer bang? Nee, fluisterde hij, ik ben niet bang. En hoor je mijn stem? Ja, zei hij, ik hoor je stem.
Als je voor een afgrond staat, fluisterde ik, en alles is beneden zwart, dan mag je er niet alleen staan, dan sta ik naast je.
Sta je naast me?
Ja, het is pikdonker, maar we delen het donker, dat is wat liefde is, je bent niet bang.
Ik ben niet bang.
Dat is goed, fluisterde ik. De huid op zijn armen en borst en hals bewoog onder mijn hand, zijn huid was mooi en zacht. Ik hoorde hem rustig ademen, het licht flakkerde niet, alles was warm, ik stond op.
Ik kleedde me uit.
Hij had zijn ogen dicht als een kind, hij zag me niet, ik kleedde me uit bij het licht van de kaars. Hier ben ik, naakt, zei ik naast zijn wang, beweeg je niet, ik ben hier, wees niet bang. Ik kleedde hem helemaal uit. Hij bewoog zich niet. Ik ging naast hem liggen. Beweeg je niet, zei ik.
Maar mijn hand raakte hem aan.
Hij wilde iets zeggen, maar ik legde hem het zwijgen op. Zeg niets. Kalm nu. En ik wijk nooit van je zijde.
(pagina 218)
We delen het donker, dat is liefde.
Begrijp je nu waarom ik mij geen zorgen maak om de chemische inhoud van ons bestaan?
Zo lang woorden deze emoties en beelden kunnen oproepen maakt het mij niet veel uit of de chemische huishouding daar verantwoordelijk voor is.
En als ze dat is, wens ik haar van harte proficiat.
Het is een eind in de nacht.
De antieke stukken ademen gelukkig niet hoorbaar, maar degenen die hen omringd hebben verspreiden hun aanwezigheid tot in deze letters.
We delen het donker.
Het schilderij is van mevrouw Angelica Kauffman en stelt Prins Henri Lubomirsky voor als Cupido, of als genius van de roem. (einde 18de eeuw)
Hij heeft ook voor Vigé Lebrun geposeerd en zelfs Canova heeft hem als Cupido vereeuwigd.